1272 - 1600
Vanaf 1272 werden er geleidelijk aan nieuwe biersoorten vanuit "het oosten" geïmporteerd. Met het oosten bedoelen we hier de Noord-Duitse Hanzesteden als Bremen, Hamburg, Lübeck en Danzig. Aanvankelijk spande Bremen de kroon. Zij waren de eersten die bier maakten waarin gerst het voornaamste brouwgraan was. Gerst is een veel geschikter graan om mee te brouwen dan haver. In de 13e en 14e eeuw kwam het nog niet veel voor in Nederland waardoor dit nog een relatief duur brouwgraaan was en nog niet veel werd gebruikt in de Nederlandse bieren. In Noord Duitsland was gerst gangbaarder. Naast gerst zat er in dit bier nog een ander nieuw ingrediënt dat werkelijk tot een revolutie in het bierlandschap zou leiden: Hop. Bier zonder hop is tegenwoordig nauwelijks voor te stellen. Het pittige en bittere karakter van bier wordt veroorzaakt door hop. Mooie bijkomstigheid van hop is dat het de houdbaarheid van het bier enorm verbetert. Dit heeft grote gevolgen gehad voor het brouwambacht. Het werd interessanter om veel grotere hoeveelheden bier ineens te maken. Je hoefde het niet alleen meer in de directe omgeving te verkopen, maar het kon over grote afstand worden verhandeld. Mede hierdoor werd brouwen echt een vak en ontstond biernijverheid.
In vergelijking met de gangbare haverbieren waren de "hanzebieren" frisser en pittiger. Minder zoet en wrang. Niet verwonderlijk dat deze bieren een groot succes werden. Zodanig zelfs dat de belastinginkomsten van gruit behoorlijk taanden. Over gehopt bier hoefde aanvankelijk namelijk geen belasting te worden betaald. De machthebbers probeerden de opkomst van hop daarom te dwarsbomen door verboden op import en het zelf brouwen van hoppenbier op te leggen. Dat was gedoemd te mislukken. Deze vooruitgang viel niet te stoppen. Accijns op hoppenbier bleek de voor de hand liggende en effectieve oplossing. Om dat te kunnen doen moest de import worden gereguleerd. Alleen via de plaatsen Medemblik en het toen nog onbeduidende vissersdorp Amsterdam mocht hanzebier worden ingevoerd. Er is veel voor te zeggen dat Amsterdam door deze unieke positie in het handelsnetwerk heeft kunnen uitgroeien tot de wereldstad die het later werd.
Waar gruitbieren veelal moutig en donker van kleur waren, waren de hanzebieren wat minder zwaar in aanzet. Het Bremer Rotbier, dat het prototype was voor deze bieren was, was rood/amber van kleur doordat gebruik werd gemaakt van licht gebrande/geroosterde mout. De bieren bevatten veel mout en waren dikkig en redelijk zwaar in alcohol. 4,5 tot 7% waarschijnlijk. Het waren daarmee de luxebieren van die tijd. Door onrust in Bremen nam Hamburg in de eerste helft van de 14e eeuw de leidende positie van Bremen in de bierexport over. Aanvankelijk deden ze dit met het rotbier zoals dat ook in Bremen werd gemaakt, maar vanaf 1374 kwam Hamburg met een eigen nieuw bier. Het Hamburgs Wit. Geen witbier zoals we dat tegenwoordig kennen. Dat zijn bieren waarin veel tarwemout wordt gebruikt. Het Hamburgs witbier werd met 90% gerstemout gemaakt. Het "wit" sloeg echt op de kleur. Dit bier was blanker van kleur dan het rode bier uit bremen of de donkerder en moutiger gruitbieren. Er werden "wijnachtige" eigenschappen aan het bier toegedicht. Ik heb helaas geen hedendaagse brouwsels kunnen vinden welke zijn gemodelleerd naar het Hamburgs Wit. In Nederland werd dit bier wel al snel nagemaakt, maar dan met veel meer haver in plaats van gerst. Gerst was hier immers erg duur. Zoals het echte Hollanders betaamt wilden we wel een graantje meepikken van al dat succes, maar dat moest natuurlijk niet te veel gaan kosten! Dit namaaksel leidde vervolgens wel tot enorm succes door heel Europa. Dit bier is recent nog officieel uitgeroepen tot de enige bierstijl die in Nederland zijn oorsprong kent....... Daar valt gezien voorgaande misschien wel wat op af te dingen, maar goed. Hier mogen we toch trots op zijn denk ik. Al nieuwsgierig naar welk bier dit dan is?? Nog even geduld. Ik zal er spoedig op terugkomen. Beloofd.
Mijn speurtocht naar hedendaagse varianten van het Bremer Rotbier verliep gelukkig succesvoller. Sinds 2015 wordt er weer een echt Bremer Rotbier gemaakt. Een ritje naar onze oosterburen was niet nodig. Binnen een aantal dagen werd deze lekkernij door UPS keurig bij de voordeur afgeleverd. Leve de vooruitgang! Een prachtig robijnrood ongefilterd bier dat me wat deed
denken aan een wat steviger, frissere versie van de speciale Belge bieren als Palm en De Koninck. In hoeverre dit een exacte kopie is van het 13e eeuwse Bremer Rotbier durf ik niet te zeggen. De brouwer beroept zich op de website wel op een geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen, maar dit rotbier is geen ontzettend dik, zwaar en moutig bier wat het origineel wel zou zijn. Het is eerder licht troebel. Met zijn 5.1% alcohol past hij weer wel prima in de traditie. Prachtige schuimkraag die ook goed blijft staan. goed bitter door de hop natuurlijk en wat plat in de afdronk door de mout. Toch ook zoetig, notig met karamel Eigenlijk een redelijk goede doordrinker. Een traktatie wat mij betreft. Historisch verantwoord of niet, hij is goed!
De Hanzebieren werden dus een groot succes in de lage landen. De Hollandse brouwers kwamen vanaf zo'n beetje 1320 met hun eigen varianten en snoepten geleidelijk steeds meer marktaandeel af. De rollen raakten na 1350 steeds meer omgedraaid. In plaats van dat wij bier uit het Oosten haalden exporteerden wij steeds meer die kant op. De hanzebieren bleven zeker wel bestaan. Het waren dure luxebieren voor de gegoede burgerij. Enerzijds omdat er meer en duurdere grondstoffen in zaten, maar toch vooral omdat de hanzebieren steeds zwaarder werden belast. Zo kon de eigen glooiende brouwindustrie worden beschermd. Rond 1445 was er vrijwel geen sprake meer van import van hanzebier richting de lage landen. Rond 1600 werd het bier ook ter plaatse nog nauwelijks gemaakt. Gelukkig wordt het Bremer Rotbier tegenwoordig weer gemaakt. Zo kunnen we toch maar weer een stukje verloren gewaande historie aan onze lippen zetten en kan ik er weer een mooi blogje over schrijven. Mooi toch??