Zoeken in deze blog

maandag 11 september 2017

6. Kuit


1392 - 1900


Zoals in een eerdere blog al geschreven kwam er vanaf 1374 een nieuw bier onze kant op vanuit de Duitse Hanzesteden. Een nieuw bier dat direct goed in de smaak viel. Het was licht, verfrissend en niet zo duur als het Hoppenbier. Het Hamburgs Wit was een opvallende nieuwe verschijning tussen de zwaardere hoppenbieren en de nog aanwezige, maar steeds minder populaire gruitbieren. Het werd al snel populair in de Hollandse en Vlaamse steden. Dit viel de Hollandse handelaren en brouwers natuurlijk ook op en zij wilden graag een vergelijkbaar bier zelf op de markt brengen. Probleem hierbij was dat het Hamburgs Wit met maar liefs 90% gerstmout werd gemaakt. Gerst was eind 14e eeuw nog erg schaars in Nederland en dus duur. Gerst groeit niet goed op de drassige Hollandse grond.

Toch lukt het de Hollanders zo rond 1390 om een vergelijkbaar verfrissend blond bier te maken. Het bier werd nog gemaakt met tenminste 45% gemoute haver en was daardoor flink goedkoper dan het Hamburgs Wit. Kuit is ook in vergelijking met Hoppenbier een goedkoop bier om te maken door o.a. een kortere kooktijd. Het was dus goed betaalbaar voor een groter deel van de consumenten en werd daardoor al snel razend populair. De eerste officiële vermelding van dit kuitbier stamt uit 1392. Het betreft een verordening waarin wordt aangegeven dat geen kuitbier als (het duurdere) "Hoemburghs" bier mag worden verkocht. Blijkbaar kon dat dus en daarom moet kuit behoorlijk op het Hamburgs Wit hebben geleken. Dat vonden de Noord Duitsers niet zo prettig. Het mondde uit in een handelsoorlog waardoor vanaf 1397 de import van Hamburgs bier werd verboden. Dat werd later wel weer opgeheven, maar de Noord Duitsers kwamen de slag toch niet meer te boven. Het initiatief was vanaf 1400 aan Holland. Hamburgs Wit was een duur bier en met een goedkoper, goed vergelijkbaar alternatief was de keuze van de consument snel gemaakt.

Kuit dus. Dit bier stond bekend onder vele namen. De meest voorkomende waren koyt, koeyt, koeyte, koyte, kueyte, keute keite of Keyte, ofwel met een C of een K gespeld. Kuit werd enorm populair. Het was DE hit op de biermarkt in Noordwest Europa in de 15e eeuw. Het was zo populair dat kuit min of meer een synoniem voor bier was. Een beetje zoals pils dat tegenwoordig ook voor veel mensen is. Hele stadseconomieën waren voor een flink deel afhankelijk van de kuitaccijnzen. Aanvankelijk nam Haarlem het voortouw, maar geleidelijk werd Gouda de grootste bierstad van de lage landen. In een paar decennia verachtvoudigde daar het productievolume. Rond 1445 produceerde de stad zo rond de 15 miljoen liter per jaar. Hiervan was maar een paar procent voor gebruik binnen de stadsmuren. Het
overgrote deel werd geëxporteerd naar Duitsland, Engeland en vooral naar het huidige België. Steden als Antwerpen, Gent en Brugge waren goeddeels afhankelijk van de Hollandse Kuit. In Antwerpen werd het bier in zulke grote hoeveelheden ingevoerd dat de Goudse schippers in 1447 een eigen losplaats kregen. Het huidige Bierhoofd. De import van Hamburgs Wit was toen al praktisch tot nul gereduceerd. Het was nog een luxebier voor de gegoede burgerij, maar de gewone man dronk kuit. Rond 1470 was de markt op zijn absolute top. Gouda had toen wel zo'n 200 brouwerijen. Dat fraaie stadhuis op de markt in Gouda zou er een stuk minder frivool hebben uitgezien zonder het kuitbier. Dat is wel zeker.

Met zoveel succes is het natuurlijk niet vreemd dat er kapers op de kust komen. Na Brabantse steden als Den Bosch ging men in de Zuidelijke Nederlanden na enige tijd ook zelf een verfrissend en licht allemansbier maken. Dat was het begin van het einde. Vanaf 1475 gaat het steeds slechter met de Hollandse Biernijverheid. Steden als Hoegaarden en Leuven ontwikkelden zelf een behoorlijke brouwindustrie en snoepten zo steeds meer marktaandeel af. Hoegaarden zei u? U bedoelt de thuishaven van het "Origineel Belgisch Witbier"? Het bier dat zich met trots beroept op een historie die wel teruggaat tot 1445..........was dat niet toevallig net de periode dat die stad overspoelt werd door de Hollandse Kuit? Juist ja, dat bier. Kuit is een aantoonbare voorloper van het
huidige  "Belgisch" witbier. Nou ja, we hoeven er ook weer niet te trots over te doen. Wij hadden het trucje immers ook niet helemaal zelf bedacht. Feit is dat België rond 1500 goeddeels zelfvoorzienend was op biergebied en we kunnen wel stellen dat dit nog steeds het geval is.

Misschien hebben we het ook wel een beetje in de hand gewerkt. De kwaliteit van het kuitbier is nogal aan inflatie onderhevig geweest gedurende zijn bestaan. Rond 1400 was het een absoluut kwaliteitsbier tegen een aantrekkelijke prijs. Het alcoholpercentage varieerde zo tussen de 4 tot 6,5%. Door graantekorten, stijgende graanprijzen, wisselende kwaliteit van het brouwwater (door verstedelijking), handelsoorlogen en een af en toe ongezonde handelsgeest werd het kuitbier steeds slapper of ander gezegd "dunner" (meer liters bier uit eenzelfde hoeveelheid grondstof). Rond 1550 bevatte het gemiddeld nog maar zo'n 2% alcohol. Het uitbreken van de tachtigjarige oorlog verbeterde de situatie zeker niet. Rond 1600 was kuit echt een bier voor armelui. Als je in die tijd eens echt een goed bier wilde drinken dan waren andere, betere kwaliteitsbieren beschikbaar (daar komen we nog op terug in volgende blogs). Het verval werd eerder wel tegengegaan door vanaf 1433 bijvoorbeeld de introductie van dubbele kuit. Het mocht niet baten. Die dubbele kuits waren op hun beurt ook weer onderhevig aan deze inflatie, een fenomeen dat zich nog wel vaker bij andere bieren zal herhalen. Ondanks het verval is kuitbier toch een bier om trots op te zijn. Het is namelijk een van de langst bestaande bieren in de Nederlandse biergeschiedenis. Zo'n 500 jaar. Het bier werd aantoonbaar nog gemaakt rond 1900, maar waarschijnlijk nog wel langer. Het was echter geen schim meer van wat het geweest was. In brouwboeken van 1875 komt het alleen nog voor als het allerslapste nabier waar zelfs geen belasting meer over hoefde te worden afgedragen. Een tragisch einde............of toch niet?

Vanaf 2013 is het kuitbier met veel succes nieuw leven ingeblazen door de heren van de Campagne
Nederlandse bierstijlen (CNB). Men heeft het recept door gedegen onderzoek kunnen vaststellen en sindsdien wordt het bier weer veelvuldig gemaakt (natuurlijk wel zoals dat voor het verval gebeurde). Het is ze in 2015 zelfs gelukt om het bier erkend te krijgen door de Brewers Association. Dat maakt dat kuit officieel de enige bierstijl is die zijn oorsprong in Nederland heeft. Toch een leuk feitje dacht ik. De kuitbieren zijn weer goed beschikbaar en dat zorgt ervoor dat ik er een aantal aan een smaaktest kon onderwerpen. Gezien het voorgaande is het natuurlijk prachtig dat er ook in Gouda tegenwoordig weer een kuit wordt gemaakt. Goudsch Kuyt is een voor de stijl iets donkerlkleurige kuit. Dat komt door het gebruik van ambermout. Dat lijkt niet helemaal representatief voor de stijl. Buiten de kleur wel een bier dat echt in de "kuitstijl" past. De brouwer zegt zich te baseren op een 15e eeuws recept dus tja, wie ben ik dan om te zeggen dat hij wat te donker is? Het is in ieder geval een zeer smaakvol bier. Mild, maar met een goede body.

Een ander, wellicht bekender bier, is het Jopen Frans Hals bier. Dit bier lijkt helemaal in lijn met het recept van de CNB. Een troebel, blond tot witbier met en flinke schuimkraag. Met zijn 6% alcohol
past hij prima in de range zoals die in vroeger tijden ook was. Misschien is het wel goed om hier de hoofdkenmerken van een kuit eens aan te geven (ja, mag het eindelijk eens....). Kuit is een bovengistend gehopt troebel, blond bier van lichte moutsoorten. Het is tamelijk bitter. Veel haver, maar daarnaast ook gerst en tarwe in een vaste verhouding. Het bier heeft een droge smaak. Jopen bereikt dat hier goed door een saisongist te gebruiken. Er mogen alleen Europese hopsoorten worden gebruikt. Het gebruik van haver geeft het een frisse en toch volle smaak. Het Frans Halsbier werd voor het eerst in 2013 gemaakt omdat dit het Frans Halsjaar was. Sindsdien is hij gelukkig nog een aantal malen gemaakt. Wat mij betreft hopelijk niet voor het laatst.

Nog een fraaie kuit vind ik de Elser kuit van de Naeckte brouwers. Qua uiterlijk vergelijkbaar met het bier van Jopen. Qua smaak ontlopen ze elkaar ook niet veel. Wel opvallend bij dit bier is het aroma van graan en gras. Een heerlijk zomerbier. Elser in de naam van dit bier uit Amstelveen verwijst naar de Elsrijke omgeving die er nu en in de 15e eeuw blijkbaar rond Amstelveen was. Kijk, zo leer je nog eens wat. Er zijn nog legio aan andere kuiten. Ik heb er de
afgelopen periode wel meer geprobeerd, maar het gaat te ver om ze hier allemaal op te nemen. Het is in ieder geval goed te zien dat de stijl weer levend is en dat ervan genoten wordt.

Aan de basis van de kuitrevival heeft Freek Ruis van Witte Klavervier gestaan. Deze brouwerij is een van de pioniers op het gebied van historisch bier in Nederland. Hun website https://www.witteklavervier.nl/nl/ is een ware goudmijn voor de in historie geïnteresseerde bierliefhebber. Ik doe er veelvuldig een beroep op voor deze blog. Echt een aanrader. Het was moeilijk om aan de bieren van deze brouwerij te komen. Ik heb Freek Ruis daarover benaderd. Hij gaf mij aan dat ze momenteel minder actief zijn omdat ze bezig zijn met de oprichting van een historische mouterij. Dat is op zichzelf een heel goed idee. Kuit bijvoorbeeld is tegenwoordig veel moeilijker te maken dan in de 15e eeuw. Dat komt omdat er tegenwoordig alleen nog maar veredelde haver bestaat. Met dat soort haver is het veel lastiger brouwen dan met de dikkere historische haver. Alle hulde dus aan Freek voor dit initiatief............, maar stiekem hoop ik wel dat we in de toekomst niet verstoken blijven van de prachtige historisch getinte brouwsels van De Witte Klavervier. Ik heb hun Dubbele Kuit op de kop weten te tikken. Een voornaam verschil tussen een gewone en een dubbele kuit is dat het aandeel gerst bij de dubbele kuit groter is dan het aandeel haver. De dubbele kuits waren daarmee de eerste bieren in de lage landen die voor het grootste deel met gerstemout werden gemaakt. De dubbele kuits ontstonden vanaf 1433 en hebben maar kort bestaan. Ook bij dit bier trad de zgn. bierinflatie op waardoor een dubbele kuit al snel niets anders was dan de oorspronkelijke gewone kuit. Het onderscheid werd dan ook in 1468 per officiële verordening opgeheven. Voor zover ik kan nagaan is dit nu de enige dubbele kuit ter wereld. Extra leuk dus. Het wijkt duidelijk
af van de andere kuits die ik dronk. Allereerst is het dikker, stroperiger en
 veel troebeler. Dubbel betekent in bierland verder dat er meer ingrediënten zijn gebruikt en dat lijkt hier te kloppen. Verder valt het behoorlijk fruitige aroma op en ook de fruitige smaak. Een beetje sinaasappel/grapefruitachtig. Ook wat bitterder daardoor. Qua alcohol blijft het netjes met 6.5%. Erg leuk om dit unieke bier nog te kunnen drinken.

Kuit is wat mij betreft een prachtbier met een interessante historie waar we zeker trots op mogen zijn. Goed dat we er tegenwoordig weer volop van kunnen genieten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten